Gerben Oebele Veenstra

Vorige Start

Er zijn geen publicaties over hem geschreven, maar uit de hoeveelheid nagelaten geschriften, zoals politieke redevoeringen en maatschappelijke beschouwingen blijkt dat hij een bijzondere man is geweest. Hij verstond tevens de kunst van het dichten, wat heeft geresulteerd in een in 1872 uitgegeven dichtbundeltje. Op 29 juli 1823 werd Gerben Oebele Veenstra te Blesdijke geboren als zoon van schoenmaker Oebele Siegers Veenstra en zijn vrouw Hendrikje Beerends Veldstra. Gerben huwde op 1 mei 1845 met Klaasje Roelofs Zeldenrust en had toen het beroep van ondermeester te Nijlamer. Klaasje, dochter van turfschipper Roelof Reinders Zeldenrust en Grietje Hendriks Drijfhout, was hoedenmaakster te Noordwolde. Ze kregen zeven kinderen.
Veenstra behaalde op 23 april 1840 als "kweekeling"te Blesdijke zijn eerste onderwijsakte, of, zoals op de akte staat vermeld, "akte van den vierden of laagsten rang".
De akte van de derde rang werd in 1841 gehaald als ondermeester te Workum. Daarna volgde de akte van de tweede rang als hulponderwijzer te Nijlamer in 1846.
En in 1854 kwam een aanstelling als onderwijzer te Oldeberkoop.
Het toenmalig schoolgebouw met onderwijzerswoning, te vinden in de Willinge Prinsstraat, dat tientallen jaren het domicilie is geweest van de fam. Veenstra is nu geheel in gebruik als woning. Gerben Oebele Veenstra gaf in dit gebouw 24 jaar les en de overige 12 jaar in de school van 1878. 
In een oud notitieboekje van kleinzoon Nicolaas van der Meulen staat het volgende over zijn moeder, dochter van Gerben Oebele Veenstra, Hendrikje Veenstra.
Zij vertelde in 1939 over "het oude schoolhuis":"De deur was op de kant en gaf toegang tot het portaal. Hier stond een ladder (later een vaste trap), waarop men de zolder kon bereiken. Er waren twee kamers waarvan een met een grote schouw. Verder was er een keukentje met twee kleine raampjes. Het portaal werd later gedeeltelijk ingericht als slaapgelegenheid voor een paar kinderen van buiten Oldeberkoop. Dat was een eenvoudig onderkomen, een paar bossen stro en een hakselbed (fijn gehakt stro). Toen er plannen waren voor een nieuw schoolgebouw, heeft vader een beschrijving moeten geven van de woning, hoe deze er uit moest zien.
De dag van Gerben Oebele Veenstra zag er als volgt uit; 's Morgens om 7 uur naar de notaris voor enige werkzaamheden. Om 8 uur was hij weer thuis, dan werd er een boterham gegeten, om dan om 9 uur tot 11 uur les te geven. Vervolgens koffiedrinken, om daarna bij notabelen thuis de kinderen privé-les te geven. Hij ging dan weer om 12.30 uur naar huis voor het middageten. 
De schoollessen volgde weer van 13.00 tot 15.00 uur. 's Winters was er ook van 17.00 tot 19.00 uur les. Deze lessen werden later zelfs uitgebreid tot 21.00 uur. Met 30 cent per uur betaalden de notabelen het hoogste lesgeld. Wij hadden ook kostgangers die les kregen.
De zoons Oebel en Berend, zijn door hun vader opgeleid voor onderwijzer. Berend was later hoofd van de school te Noordwolde. Vader deed ook "aflezingen"van de notarissen uit Oldeberkoop en Oosterwolde. Als de preek zondags was afgelopen, dan ging vader spoedig overeind staan, dan wisten de kerkgangers wel wat dat betekende.
Men bleef buiten de kerk staan, waar vader van de notarissen de verkoping van bijvoorbeeld boedelgoederen voorlas.
De postbeambte nam deze "voorlezingen"altijd mee en betaalde meteen
 10 cent beloning voor elke aflezng. Ook was hij voorzanger in de kerk, waarvoor hij per jaar f 100,00 ontving. Zijn salaris als hoofdonderwijzer bedroeg f 800,00 per jaar.
De schriften die vol waren werden verkocht voor 1 cent aan "Wiebegien", die maakte er zakjes van voor koffie, thee (halve onsjes) en klontjes.
Aldus in 1854 te Nijlamer geboren Hendrikje Veenstra. Zij overleed in 1941 te Assen. In 1872 kwam een dichtbundeltje uit. "Ter herdenking aan de grondvesting van de staatkundige en godsdienstige vrijheid in Nedeland in 1872". Zoals op de omslag staat vermeld, door G.O. Veenstra, hoofdonderwijzer te Oldeberkoop, en was uitgegeven door Hingst te Heerenveen.
Gerben Oebele Veenstra kreeg in 1886 als onderwijzer eervol ontslag, en er volgde een benoeming als schoolinspecteur. Hij overleed op 20 april 1894 te Wolvega. Klaasje Roelofs Zeldenrust was reeds overleden op 22 maart 1879 te Oldberkoop. Hendrikje Veenstra was gehuwd met de in 1855 te Oldeberkoop geboren Marten van der Meulen, gemeenteraadslid van Weststellingwerf, en Hendrikje hadden een bakkerij in Noordwolde.

Bron: A.M. van der Meulen, Heerhugowaard.